Rhizomebook.com | Jan van der Til | Concepts of work | Curriculum vitae | Support Mondriaan Fund
Nederlands
“Om geen kamerplant te worden, bestudeer ik wilde planten. Hun overlevingsstrategieën, groei en verspreiding zijn voor mij een voortdurende bron van inspiratie. De manier waarop sommige planten tussen tegels groeien, overleven op schrale grond of erin slagen om zorgvuldig aangelegde tuinen binnen te dringen, vind ik ronduit bewonderenswaardig.”
Til, J. van der (2019). Begrijp ik mijn tuin? Groningen, Nederland: Rhizomebook.
Jan van der Til is een Nederlandse kunstenaar wiens multidisciplinaire praktijk kritische vragen stelt bij dominante opvattingen over auteurschap, originaliteit, betekenisproductie en context. Zijn werk zoekt niet naar eenduidige antwoorden, maar brengt de onderliggende structuren aan het licht die vormgeven aan onze manier van waarnemen, denken en handelen.
Zijn praktijk ontwikkelt zich niet langs een lineair pad, maar volgens een netwerklogica: fragmentarisch, open en voortdurend vertakkend. Elk werk — meestal aangeduid als Boek, gevolgd door een Romeins cijfer — fungeert als een autonoom knooppunt binnen een steeds evoluerende constellatie van ideeën, materialen en relaties. In plaats van vast te houden aan één stijl of medium, is zijn werk gelaagd, contextgevoelig en voortdurend in ontwikkeling.
Een belangrijk theoretisch kader voor zijn werkwijze is het rizomatische model van Gilles Deleuze en Félix Guattari: een niet-hiërarchisch, meervoudig systeem van groei en verbinding zonder vast begin of eindpunt. Dit model fungeert niet alleen als metafoor, maar ook als structureel en methodologisch uitgangspunt dat zowel de ontwikkeling van zijn werk als de verhouding tot de buitenwereld richting geeft.
Vaak laat Van der Til zich inspireren door de overlevingsstrategieën van wilde planten — soorten die zich vestigen in marginale zones en zich onttrekken aan cultivering of controle. Zoals hij schrijft: “Om geen kamerplant te worden, bestudeer ik wilde planten…” De veerkracht van planten die tussen stoeptegels groeien of op schrale grond bloeien, weerspiegelt zijn houding tegenover institutionele systemen. Tegelijkertijd biedt deze metafoor een epistemologisch model voor een praktijk die zich beweegt aan de randen van gevestigde structuren.
Hoewel zijn werk te zien was in musea en galeries, kiest Van der Til er steeds vaker voor zich buiten het gesloten circuit van de kunstwereld te positioneren, dat hij ervaart als verkokerd en zelfverwijzend. Zijn praktijk zoekt alternatieve contexten voor reflectie, uitwisseling en impact — plekken waar artistiek onderzoek samenkomt met ecologische, maatschappelijke en technologische vraagstukken.
Een recent initiatief binnen deze bredere praktijk is de oprichting van de Stichting Heermoes en Zevenblad. Deze stichting zet zich in voor een leefomgeving waarin ecologie het uitgangspunt vormt voor beleid. De focus ligt op stedelijke ecologie binnen de gemeente Groningen, met waar mogelijk een bredere reikwijdte. De stichting bepleit concreet en samenhangend natuurgedreven beleid dat biodiversiteit stimuleert, klimaatadaptatie ondersteunt en ecologische principes integreert in hoe we wonen, werken en besturen. Natuur wordt hierbij niet benaderd als decor of hulpbron, maar erkend in haar intrinsieke waarde: als een complex, onderling verbonden systeem. De stichting opereert op het snijvlak van ecologische kennis, bestuurlijke ervaring en artistieke interventie.
Een meer recente en structurele uitbreiding van Van der Tils praktijk is zijn verkenning van blockchaintechnologie. De gedecentraliseerde, horizontale logica van blockchain sluit nauw aan bij het rizomatisch denken dat zijn werk fundamenteel kenmerkt. Blockchain wordt hierbij niet ingezet als een eindoplossing, maar als experimentele infrastructuur waarin methodologische, discursieve en economische aspecten samenkomen. Er zijn eerste stappen gezet richting een alternatieve, duurzame financiële architectuur die projecten in staat stelt zich onafhankelijk van traditionele markten te ontwikkelen. Via gedecentraliseerde netwerken en smart contracts kunnen toekomstige werken inkomsten genereren, die op hun beurt weer worden geïnvesteerd in nieuwe projecten — individueel, maar ook binnen bredere initiatieven zoals Heermoes en Zevenblad. In deze context is blockchain niet alleen een technologisch middel, maar een strategisch model dat de principes van autonomie, verbondenheid en generativiteit verdiept.